Veel mensen proppen hun lampjes na kerst los in een doos. De snoeren draaien dan om elkaar heen als je de doos verplaatst.
Na een jaar is het een harde bol van draad en kleine lampjes. Wat kan je dan het beste doen?
Als je aan het snoer trekt wordt de knoop juist strakker. Daardoor kan de draad zelfs stuk gaan.
Rustig werken is dus belangrijk.
De belangrijkste regel is simpel. Niet trekken aan het snoer. Je maakt de knoop dan alleen maar erger.
Zoek eerst rustig een van de uiteinden van de lampjes. Leg de kluwen op tafel of op de grond zodat je alles goed ziet.
Maak daarna stukje voor stukje de knopen los en leg het rechte deel achter je neer.
Voorkomen is veel makkelijker dan ieder jaar weer peuteren. Je kunt een speciale haspel gebruiken waar je de lampjes omheen draait.
Volgend jaar rol je ze dan zo weer af.
Heb je geen haspel dan kun je ook iets anders pakken. Bijvoorbeeld de deksel van een schoenendoos of een stuk stevig karton.
Een kledinghanger werkt ook goed als drager voor één snoer.
Zet het begin van het snoer vast in een inkeping of met een beetje tape. Wikkel dan rustig de rest van de verlichting eromheen.
Plak ook het einde vast zodat het snoer niet los kan springen.
Schrijf op een label waar de lampjes hingen. Bijvoorbeeld boom woonkamer of buiten voor de deur.
Zo hoef je volgend jaar niet alles opnieuw uit te zoeken.
Heb je lampjes die buiten hingen? Laat ze dan eerst goed drogen voor je ze oprolt en opbergt. Zo voorkom je schade door vocht.
Bij verlichting met batterijen is er nog een stap. Haal altijd de batterijen eruit als je de lampjes weglegt. Lekken de batterijen dan gaan je lampjes niet stuk.
Soms is een snoer echt niet meer te redden. Dan mag het niet zomaar bij het gewone huisafval.
Kerstlampjes horen bij kleine elektrische apparaten en kunnen naar een speciale inzamelbak of milieustraat.
Je kunt een klein snoer ook nog creatief hergebruiken. Stop het bijvoorbeeld in een glazen pot of onder een stolp als sfeerlicht.
Zo krijgt je oude verlichting een tweede leven.