Met deze warme dagen is het natuurlijk heerlijk om te zwemmen. Ook in plassen en meren, maar soms is het water niet veilig door de blauwalg.
Hoe weet je of je veilig kunt zwemmen bij jou in de buurt?
Met warm weer zit er soms blauwalg in een plas of meer. Blauwalgen worden ook wel blauwwieren genoemd. Het zijn geen echte algen, maar bacteriën. Dat blauwalgen in natuurwater zitten is normaal. De bacteriën horen er thuis.
Als het warm weer is, kunnen de blauwalgen snel groeien. Je ziet dan dikke lagen in het water drijven. Door de naam denk je misschien dat die lagen blauw zijn, maar dat is niet altijd zo. Ze kunnen ook groen of zelfs roodbruin zijn.
Als je gaat zwemmen in water met te veel blauwalg, kun je allerlei klachten krijgen. Bijvoorbeeld een rode jeukende huid en branderige ogen. Als je het water per ongeluk in je neus of mond krijgt, kun je buikpijn of diarree krijgen. Gelukkig gaan de klachten meestal na twee tot drie dagen vanzelf weer over.