Vroeger heb je er misschien nog mee geschreven, de vulpen. Het gebeurde toen vaak dat je hand of het papier onder de inkt zat. Er kon namelijk inkt uit de pen lekken. Tegenwoordig schrijven mensen daarom meestal met een balpen. Maar wat weet je over de geschiedenis van de vulpen?
Voordat de vulpen bestond gebruikten mensen een ganzenveer om mee te schrijven. Wilde je iets schrijven? Dan moest je telkens opnieuw de veer in een potje inkt dippen. Pas dan kon je weer verder schrijven.
Vroeger bestonden er ook nog geen kopieermachines of drukpersen. Moest er een kopie van een boek worden gemaakt? Dan schreven monniken het hele boek opnieuw op. Dit kon erg lang duren. Als je dan de hele tijd je ganzenveer opnieuw in de inkt moet dippen, dan is dit erg vervelend.
Monniken wilden graag sneller en handiger schrijven. Maar ook wetenschappers, schrijvers, handelaren en leerlingen wilden dat het schrijven makkelijker was. Daarom begonnen wetenschappers hun best te doen om een oplossing te verzinnen.
Ongeveer 200 jaar geleden begonnen mensen na te denken over inktvullingen in de pen. Vanuit de vulling in de pen kan de inkt naar de naald van de vulpen lopen. In de naald van de pen zit een heel klein sneetje. Hieruit lekt inkt wanneer je met de pen schrijft. Zo hoefden mensen niet meer te dippen.
Heb jij nog met een vulpen geschreven? Laat het Steffie weten via haar contactpagina.