Het wereldkampioenschap darten is altijd in Engeland. Er spelen ook Nederlandse darters mee. Maar hoe speel je het eigenlijk?
Darten is makkelijk als je goed kunt mikken. Je moet een klein pijltje - een dartpijl - precies goed gooien op het dartbord.
Bij darten begin je met 501 punten. Het is de bedoeling dat je zo snel mogelijk op 0 punten komt. Dit doe je door met je dartpijltjes punten te gooien. Op het dartboard zitten daarom vakjes met punten.
De twee spelers gooien hun drie dartpijlen om de beurt. Op het bord staan vakjes met daarbij getallen, van 1 tot en met 20. In deze vakjes zijn er ook plekken waar de punten dubbel of zelfs driedubbel (triple) tellen.
In het midden is een klein rood cirkeltje - de bullseye - die 50 punten waard is. De groene cirkel eromheen is 25 punten waard. In de laatste beurt moet de speler zijn dartpijltje in een vakje gooien waar de punten dubbel tellen. De hoogste score die je kan halen tijdens een beurt is 180.
Vaak darten mensen in een café met elkaar. Het is een gezellig spelletje om te spelen. Darten is erg populair in Engeland, Wales, Schotland en Ierland. Daar wordt het wereldkampioenschap in een hele grote hal gehouden.
De mensen die komen kijken bij de wedstrijd maken er een groot feest van. Ze juichen hard. Ook trekken ze vaak gekke kleding aan.
Je hebt veel bekende Nederlandse darters. Drie Nederlandse darters doen nog mee aan het wereldkampioenschap dit jaar. Dit zijn Dirk van Duijvenbode, Michael van Gerwen en Vincent van der Voort.