In Nederland zijn er verschillende soorten hulp voor mensen die geen of weinig geld verdienen.
Twee vormen zijn Wajong en bijstand. Ze lijken soms op elkaar, maar er zijn belangrijke verschillen.
Wajong is geld van de overheid voor mensen met een beperking die al op jonge leeftijd niet konden werken.
Je kunt Wajong krijgen als je:
al vóór je 18e een ziekte of beperking had waardoor je niet kunt werken,
of tijdens je studie een beperking kreeg én daardoor later niet kunt werken.
Er zijn verschillende soorten Wajong. Sommige mensen hebben een oude Wajong-uitkering van voor 2015. Anderen hebben een nieuwe regeling.
Bij de nieuwe regeling kijkt het UWV of je nog kunt werken.
Je krijgt de uitkering van het UWV, niet van de gemeente.
Als je kunt werken, moet je dat doen. Je mag dan wat bijverdienen.
Je mag ook later nog een opleiding doen.
Je hoeft vaak minder verplichtingen te volgen dan bijstand.
Bijstand is geld van de gemeente voor mensen die (tijdelijk) geen inkomen hebben.
Je kunt bijstand krijgen als je:
geen werk of inkomen hebt,
weinig spaargeld of bezittingen hebt,
en je in Nederland woont.
De bijstand is een soort vangnet. Je krijgt het alleen als je geen andere uitkering of inkomen meer hebt.
De gemeente beslist of je het krijgt.
Je moet alles doorgeven, zoals als je geld krijgt van familie, of als je eten of spullen krijgt.
Je moet proberen werk te vinden.
Je moet meestal ook meewerken aan re-integratie. Bijvoorbeeld solliciteren of een cursus volgen.
Stel: Lisa heeft een Wajong-uitkering en krijgt elke maand geld van het UWV. Zij krijgt een tas boodschappen van haar ouders. Ze hoeft dat niet door te geven.
Maar als Pieter bijstand krijgt van de gemeente en ook een tas boodschappen van familie krijgt, dan moet hij dat wel doorgeven. De gemeente rekent dat soms als inkomen in natura. Dus hulp in spullen of eten.
Wajong is voor mensen met een beperking die al op jonge leeftijd niet konden werken.
Bijstand is voor mensen zonder inkomen die hulp nodig hebben.
Bij Wajong mag je soms meer en hoef je minder verplichtingen te volgen.
Bij bijstand moet je alles doorgeven aan de gemeente.