Onderzoekers bekeken het DNA van ijsberen in Groenland. Ze zagen dat ijsberen in het warmere zuidoosten ander DNA gebruiken dan ijsberen in het koude noorden.
In het DNA zitten kleine stukjes die invloed hebben op andere genen. Deze stukjes zijn actiever bij ijsberen in het zuiden.
Dat gaat over warmte in het lichaam, eten verteren en ouder worden.
Het lijkt erop dat ijsberen zich aanpassen aan een warmer klimaat. Dat geeft hoop dat sommige ijsberen beter kunnen omgaan met minder ijs en meer warmte.
Door de opwarming is er minder zee-ijs. Daardoor kunnen ijsberen moeilijker jagen.
Wetenschappers denken dat veel ijsberen dit niet zullen overleven.
IJsberen zijn zo goed aangepast aan kou dat ze zelfs bij min veertig graden warm blijven.