Een lekker plakje kaas op een boterham, of een stukje brie op een toastje. Er bestaan ontzettend veel verschillende soorten kazen. Bijna elk land heeft zijn eigen kaasjes, met Frankrijk natuurlijk als de koning van de kazen.
De basis voor alle kaas is melk. Vaak wordt de melk van een koe gebruikt, maar ook de melk van een geit, schaap of buffel wordt gebruikt.
Er bestaan veel manieren om kaas te maken. Een veel gebruikte manier om kaas te maken is door stremsel en zuursel bij de melk te doen. Deze stoffen en bacteriën zorgen ervoor dat de melk hard kan worden.
Daarna rijpen de kazen, dit kan wel maanden duren. Rijpen is het laten liggen van de kaas, om hem goed hard te laten worden. Hoe langer de kaas rijpt, hoe sterker de smaak kan worden.
Kaas wordt al meer dan duizend jaar in Nederland gemaakt. Tegenwoordig zijn sommige Nederlandse kaassoorten ook bekend in het buitenland, zoals Gouda of Edammer.
Maar in Nederland eten we nu ook allerlei kazen die in andere landen zijn ontstaan. Zo ken je misschien wel Brie, Camembert, Mozzarella, Parmezaan of Manchego.
Bij veel Nederlandse kazen is de korst gemaakt met plastic. Deze korst kan je niet eten. Maar bij zachte kazen zoals Brie en Camembert, is de korst wel eetbaar.