In Wenen was dit jaar het allereerste wereldkampioenschap voor trambestuurders. Bestuurders uit veel landen kwamen samen om te laten zien wie het beste kan rijden.
Het was een vrolijk evenement met muziek, kraampjes en veel publiek.
De bestuurders kregen acht verschillende proeven. Ze moesten heel precies stoppen bij een halte, achteruit rijden met hulp van een teamgenoot en remmen zonder snelheidsmeter.
Er was zelfs een spel waarbij de tram een bal moest raken, bijna alsof ze aan het bowlen waren. Alles draaide om snelheid, gevoel en samenwerken.
Voor Nederland deden twee mensen mee: Brenda Kluin en Jasper Doppenberg. Ze werken allebei bij de RET in Rotterdam.
Zij lieten zien wat ze kunnen en deden mee aan alle onderdelen.
Ons land eindigde op de 19e plaats. Dat is knap, want het was erg moeilijk en er deden ervaren bestuurders mee uit de hele wereld.
Het publiek was enthousiast en klapte vaak hard bij de proeven.
De trambestuurders uit Wenen wonnen het kampioenschap. Polen werd tweede en Noorwegen derde.
Voor de Oostenrijkers was het extra feest, want het toernooi was in hun eigen stad.
De stad Wenen heeft een van de grootste tramnetwerken ter wereld, met meer dan 170 kilometer spoor.
Bestuurders moesten hele lastige proeven doen, zoals rijden met een bakje water op de tram zonder te morsen.