Soms doe je iets en denk je: waarom doe ik dit toch? Bijvoorbeeld wanneer je te veel kopjes in één keer meeneemt naar de keuken. En er valt er één uit je handen. Of wanneer je een slokje van je thee drinkt die nog te heet is. Je weet beter, maar je doet het toch.
Veel van ons gedrag gaat op de automatische piloot zonder dat we het zelf doorhebben. Denk aan opstaan, tandenpoetsen, fietsen en jongleren met ballen. Het gaat allemaal vanzelf en vaak gaat het goed.
Bewust iets doen is een keuze. Je denkt eerst goed na over hoe je iets wil doen of wilt zeggen. Daarna ga je het ook echt doen.
Het woord bewust wordt voor veel dingen gebruikt. Zo kan je ook bewust leven. Dit betekent dat je goed nadenkt over de keuzes die je in je leven maakt. Je staat stil bij je eigen gevoelens, je gedachten en de omgeving. Door dit te doen leer je jezelf beter kennen.
Je kan ook bewust eten. Dan denk je goed na over wat je eet en wanneer. Je kiest dan voor gezonde voeding om je beter in je vel te zitten.
Maar veel dingen die je doet, doe je onbewust. Onbewust betekent zonder na te denken. Je leert tijdens je leven steeds meer over wat je moet doen en hoe je je moet gedragen in verschillende situaties.
Deze informatie slaan je hersenen op. Hierdoor hoef je niet steeds opnieuw na te denken over hoe je iets moet doen. Je kan reageren op de automatische piloot.
Dit is heel handig, want het scheelt je veel denktijd. Maar soms pakt het niet zo goed uit. Zoals bij het voorbeeld met de hete thee. Dan zou je willen dat je toch iets langer over je keuze had nagedacht.