Sommige soorten groente bewaar je in de koelkast. Andere soorten groente juist niet.
Hoe zit dat precies?
Bladgroenten en koolsoorten bewaar je in de koelkast. Dan blijven ze langer goed en blijft de smaak ook beter.
Bladgroenten zijn bijvoorbeeld sla, andijvie en witlof. Koolsoorten zijn bijvoorbeeld bloemkool, broccoli en spruitjes.
Ook sperziebonen en champignons kun je het beste in de koelkast bewaren. Leg de groenten zoveel mogelijk in de groentela. Dan drogen ze minder snel uit.
Gesneden groenten moet je altijd in de koelkast bewaren. Bijvoorbeeld nasigroente, roerbakgroente en geraspte wortels. Je kunt ze het beste gewoon in de originele verpakking laten zitten.
Vruchtgroenten kun je beter buiten de koelkast bewaren. Vruchtgroenten zijn bijvoorbeeld tomaat, paprika, komkommer en courgette. Die bederven sneller in de koelkast door de kou.
Ook wintergroenten kun je het beste buiten de koelkast bewaren. Wintergroenten zijn bijvoorbeeld winterwortel, pompoen, bieten en uien. Leg ze op een koele plek uit de zon. Dan kun je ze wel drie of vier weken bewaren.
Komkommer en paprika is in de supermarkt soms verpakt in een speciaal soort plastic folie. Dat is om te voorkomen dat de groente uitdroogt.
Laat de folie er thuis ook gewoon om zitten tot je de groente gaat gebruiken. Als je de groente zelf in een plastic zakje hebt gedaan, laat het zakje dan open. Anders krijg je snel schimmel.
Op voedingscentrum.nl staan nog veel meer handige vragen en antwoorden over voeding. Je kan hier een kookboek in makkelijke taal downloaden.