Je kunt geen grasveld, gazon of parkje in Nederland passeren zonder over een berg aarde te struikelen.
Nee, het zijn geen mini-vulkanen en nee, de aarde is ook niet bezig met een spontane verbouwing. Het zijn molshopen!
Dit komt vooral doordat het de paartijd is voor mollen, die loopt van februari tot en met april.
In deze periode zijn mannetjesmollen op zoek naar vrouwtjes en graven ze meer gangen dicht onder het oppervlak. Wat leidt tot extra molshopen.
Daarnaast speelt de hoge grondwaterstand een rol. Door het vele water in de bodem worden sommige mollengangen te nat. Hierdoor worden mollen gedwongen worden om hoger gelegen, drogere tunnels te graven.
Dit zorgt ook voor meer molshopen aan de oppervlakte.
Het koude weer heeft ook invloed. Bij lage temperaturen trekken regenwormen, het hoofdvoedsel van mollen, dieper de grond in.
Mollen volgen hun prooi en graven dieper, wat eveneens kan leiden tot meer molshopen.
De molshopen zijn soms vervelend, maar de mollen hebben zeker nuttige functies.
Hun gegraaf zorgt voor een betere beluchting en het water kan beter weglopen in de grond.
Bovendien eten ze slakken en insectenlarven die schadelijk kunnen zijn voor planten.
Het is daarom belangrijk om een balans te vinden in het samenleven met deze dieren.