Je hebt ze vast wel eens gezien langs de weg of in het park: bramen. Bramen plukken is niet alleen leuk maar ook lekker!
De maanden augustus en september staan bekend als het bramenseizoen. In deze twee maanden zijn bramen op hun best. Rijpe bramen kan je herkennen aan de kleur blauwzwart. Rode of groene bramen zijn nog niet rijp en kan je dus beter laten hangen.
Ga je bramen plukken, zorg er dan voor dat je een lange broek aan hebt en een shirt met lange mouwen. Bramenstruiken hebben doorns en die kunnen flink zeer doen.
Neem een emmertje of een zakje mee waar je de bramen in kan doen. In het park of in het bos mag je een bakje voor eigen gebruik plukken, maar geen emmers vol. Staat de struik bij iemand in de tuin? Dan moet je eerst vragen of je ze mag plukken.
Pas op! Pluk geen bramen in Oost-Groningen en Zuid-Limburg. Hier kunnen in de bramen eitjes zitten van een vossenlintworm. Deze bramen zijn gevaarlijk om rauw te eten. Als je de bramen eerst kookt zijn ze niet meer gevaarlijk. Bijvoorbeeld door er jam van te maken.
Het is belangrijk dat je de bramen eerst een goede wasbeurt geeft. Leg de bramen een tijdje in een bakje met water en flink wat zout. Beestjes en vuil komen dan vanzelf naar bovendrijven. Spoel de bramen daarna een paar keer goed na met water en dep daarna de bramen voorzichtig droog met keukenpapier.
Je kan de bramen nu lekker opeten. Probeer de bramen bijvoorbeeld eens met een beetje yoghurt. Je kan er ook jam van maken of een lekkere bramentaart.